Apparaten die worden toegepast voor radiocommunicatie worden doorgaans van specifieke instellingen voorzien. Denk hierbij aan de – door Agentschap Telecom – afgegeven gebruiksfrequenties, zendvermogen, individuele en groepsoproepnummers , de activering van beschikbare opties, enzovoort. In een klein radionetwerk is de keuze van de oproepnummers niet zo ingewikkeld.
Dit wordt echt anders bij grotere radionetwerken. De keuze van de oproepnummers, de uitvoering en instelling van de verschillende opties met eventueel instelbare wachttijden en dergelijke, vormen een belangrijke basis voor de gebruikerservaring die de oplossing biedt. Al deze gegevens worden geplaatst in een overzichtelijk plan, ook wel een fleetmap genoemd.